IK ZAG EEN MUIS! WAAR? DAAR OP DE TRAP! WAAR OP DE TRAP? NOU DAAR! EEN KLEINE MUIS OP KLOMPEN. NEE ‘T IS GEEN GRAP; ‘T GING VAN KLIP KLIPPEDIEKLAP OP DE TRAP. WIE HERINNERT ZICH NOG DEZE REGELS UIT EEN BEKEND KINDERLIEDJE? ÉÉN ZO’N MUISJE VALT MISSCHIEN NOG WEL MEE, MAAR HET ZIJN ER AL GAUW MEER. EN VOOR JE WEET SPREEK JE OVER EEN PLAAG. BOVENDIEN: OOK ÉÉN MUISJE GAAT KNABBELEN AAN JE VOEDINGSMIDDELEN EN DA’S NIET FIJN.

In deze tijd van corona zijn het wellicht muizenissen, maar toch wil je als tankstationhouder geen ongedierte in je zaak. Daarom ging Move On op onderzoek uit en sprak ze met een aantal tankstationhouders. Anoniem, want hoewel er geen eenop- een-relatie is tussen hygiëne en ongedierte, wil niemand graag te boek staan als het tankstation met ongedierteoverlast. Want soms overkomt het je gewoon, omdat je dichtbij een slootje zit bijvoorbeeld. Of omdat je een parkeerterrein hebt dat door bezoekers niet altijd schoon wordt achterlaten (“laat niet als dank voor het aangenaam verpozen”, is ook iets uit vroeger dagen).

Warm plekje

Bij de eerste tankstationhouder met wie we spraken, ging het inderdaad om slechts één muis. Maar ook al was het er slechts één; als dit ene muisje maar aan de KitKat blijft knagen, dan moet je er toch echt wat aan doen. “Hij was heel selectief, want hij knaagde alleen maar aan de KitKat. We kregen ‘m met geen mogelijkheid te pakken”, aldus de geplaagde tankstationhouder, die uiteindelijk professionele hulp inschakelde. “Die hebben ons heel goed geholpen en wisten al gauw precies waar-ie zat. Uiteindelijk heeft-ie ’t loodje gelegd. De overlast was niet alleen dat-ie aan de KitKat knaagde, maar ook brutaalweg door de winkel liep. Da’s voor de klant natuurlijk ook geen leuk gezicht.” Er was, volgens de betreffende tankstationhouder, geen sprake van gebrek aan hygiëne, maar de muis was gewoon op zoek naar een warm plekje in de winter. Een plekje waar ook nog eens volop voedsel aanwezig was. “Wij hadden geluk dat-ie in zijn eentje was, en in je eentje kun je je niet voortplanten, haha, want voordat je het weet heb je te maken met een plaag.”

Professionele bestrijding

Dat laatste is ook de ervaring van een professionele ongediertebestrijder, Dirk Uitenhage van Traas, die als geen ander weet dat het meestal ‘te laat’ is als je ze ziet. Uitenhage: “Dan heb je er in veel gevallen al heel wat in huis. Als bestrijders zien we vaak als eerste dat er ongedierte actief is.” Om dat ongedierte effectief te kunnen bestrijden, moet je vooral goed op de hoogte zijn van de leefwijze, aldus Dirk. “Pas dan weet je waar je op moet letten, want willekeurig ergens wat dingen neerzetten, kan iedereen wel. Bij tankstations heb je vooral te maken met muizen, ratten en in de zomer vliegen.”

Bestrijding van ratten en muizen gebeurt door plaatsing van depots met klemmen, omdat gif pas gebruikt mag worden als er echt sprake is van overlast. Traas stelt hierbij vooraf een preventieplan op, waarbij zo’n acht keer per jaar controle plaatsvindt. Dirk: “Mocht er echt overlast zijn, dan kunnen we daar heel snel op schakelen. Want als je als leek iets opmerkt, dan ben je vaak al te laat.” Volgens Dirk kun je als ondernemer zelf ook je maatregelen nemen om overlast tegen te gaan. Door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat je afvalbakken dicht blijven en er geen rommel rondslingert. Dirk: “Vliegen kun je voorkomen en bestrijden door vliegenlampen te monteren en plakstrips op te hangen. Preventie is dus eigenlijk het beste.” En wat betreft dat laatste: Traas heeft een eigen afdeling building care die zich richt op wering van ongedierte, want zoals hij stelt, moet je er in eerste instantie vooral voor zorgen dat ongedierte niet binnenkomt: “Dan hoef je ze ook niet te verjagen. Een muis heeft aan 5 millimeter genoeg om binnen te komen en kan zich vervolgens door de spouw door het hele gebouw verspreiden. Door roosters te plaatsen voor ventilatie openingen, voorkom je dat. Heel simpel, maar tegelijkertijd heel effectief.”

Knagende ratten en Rolo-liefhebbers

Dezelfde ondernemer, die van die ene KitKat-muis, had overigens in het verleden op een onbemande locatie ook last van ratten. Geen voedingsmiddelen in de buurt, dus wat is het probleem, zou je denken. Maar deze ratten knaagden de bekabeling door, waardoor het betreffende station regelmatig in het donker zat. Erg vervelend, dus. De ondernemer: “Het bleek dat het ‘t station was gebouwd op een plek waar voorheen een afvalberg was, waar ze zich hadden gevestigd, zeg maar. Wij zaten dus op ‘hun’ plek.” Een collega-ondernemer met een tankstation in de buurt van een sloot had veel last van kleine veldmuisjes, die zich vooral te goed deden aan de chocolade. “Ze waren gek op Rolo’s en zelfs als we deze verplaatsten naar een andere plek in het schap, wisten ze de Rolo’s nog te vinden.” Om ze weg te krijgen schakelde ook deze ondernemer Traas in, mede omdat BETA een samenwerkingsverband met deze bestrijder heeft, waarbij leden profiteren van een speciaal tarief. “Zij hebben een bestrijdingsplan opgesteld voor de shop en wat maatregelen getroffen. Het zal nog moeten blijken of het effectief is, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt. Een prima partij, denk ik.”

Voorkomen is altijd beter

Zoals gezegd is er geen een-op-een-relatie tussen (gebrek aan) hygiëne en ongedierte, maar toch speelt het wel een rol. Want waar een voedingsbodem is voor muizen, ratten, insecten en kakkerlakken zul je ze ook aantreffen. En doordat tankstations steeds vaker een uitgebreid assortiment (vers) eten en drinken aanbieden (en er dus ook vaker voedsel wordt weggegooid, omdat het niet meer vers is), worden ze ook gevoeliger voor 

ongedierte dat hier op af komt. En bestrijden is lastig als er volop eten is. Zorg er als ondernemer dus voor dat afval bijvoorbeeld niet blijft liggen, maar wordt opgeruimd. En dat afvalbakken goed worden afgesloten. Dat er voldoende vaak schoon wordt gemaakt en dat ook het parkeerterrein schoon en op orde is. Want als je een tankstation hebt in de buurt van bos en water, dan kun je er weinig aan doen dat er muizen en ratten in de buurt zijn. Zorg er daarom voor dat ze niet binnen komen en niet worden aangetrokken door rondslingerend afval. Het is geen rocket-science, maar een kwestie van doen en discipline. Werken met een hygiëneschema en schoonmaakplan vormen daarvoor een goede basis. En elke medewerker moet op de hoogte zijn van de do’s en dont’s.