BETROKKEN ZIJN BIJ EEN WERELDPRIMEUR. DAT OVERKOMT JE ALS BRANDSTOFLEVERANCIER NIET ELKE DAG. EN MISSCHIEN WEL NOOIT. AVIA MAREES OVERKOMT DAT ALS PARTNER IN HET PROJECT ‘VAN WIND TOT WIEL’ WEL. HET SLUIT GOED AAN BIJ DE ANDERE INITIATIEVEN VAN HET BEDRIJF MET DUURZAME BRANDSTOFFEN.
Kijk, daar heb je windmolens en achter die bomen ligt een zonnenpark, zegt Marion Marees terwijl ze vanachter een raam op de tweede verdieping van het kantoor van AVIA Marees in Kolhorn naar buiten wijst. ‘Wij hebben heel de energietransitie in onze achtertuin’, voegt ze er met een lach aan toe. aanwezigheid van die transitie beperkt zich niet tot de ‘achtertuin’ van het Noord-Hollandse bedrijf. Op het dak liggen zonnepanelen en bij het tankstation, dat aan de voorkant van de hoofdvestiging staat, kan sinds begin vorig jaar waterstof getankt worden. Verder is een van de opslagtanks naast het gebouw gevuld met HVO. “Die kunnen we hier inelke gewenste blend leveren”, geeft Marion aan. Zij is sinds een kleine vier jaar als CFO werkzaam bij het 101-jarige familiebedrijf. Samen met haar broer Dick-Jan Marees (algemeen directeur en eigenaar) en Jan Willem Helsloot (operationeel directeur) vormt zij de directie van AVIA Marees.
New business
“Ik ben opgeleid tot registercontroller en heb verschillende functies vervuld bij onder meer Ahold en Capgemini. Vier jaar geleden vroeg Dick-Jan of ik interesse had om bij het familiebedrijf te komen werken. Vanwege groei van het bedrijf en de veranderingen die de energietransitie met zich meebrengt, wilde hij de directie graag versterken. Behalve met de financiën houd ik mij bezig met new business, zoals het aanbieden en uitbreiden van laadoplossingen voor elektrisch rijden en het verder beschikbaar maken van waterstof als energiedrager voor auto’s en vrachtwagens. Met al die veranderingen en interessante ontwikkelingen vond ik het een mooi moment om in het bedrijf te stappen. Als eerste heb ik een backoffice opgezet voor een goede afwikkeling van alle (financiële) transacties bij elektrisch laden. Die basis heb je nodig om verder te groeien op dat vlak en daarin hebben wij grote ambities.”
Waterstofmolen
Voordat we met Marion dieper op die EV-ambities ingaan, verplaatsen we ons eerst naar de ‘achtertuin’ waarnaar zij in het begin van dit artikel wees. Want daar bevindt zich de wereldprimeur waarbij AVIA Marees betrokken is. Afgelopen januari werd bekend dat waterstofproducent HYGRO en onderzoeksorganisatie TNO 11,8 miljoen euro subsidie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) krijgen voor het project ‘Van wind tot wiel’. HYGRO ontwikkelde een jaar of zes geleden als eerste in de wereld een waterstofmolen. Dat is een windmolen die zelf waterstof kan maken. Dat doet ze met behulp van een geïntegreerde elektrolyser. Die wordt ‘gevoed’ met door de windmolen opgewekte groene stroom en splitst daarmee water in waterstofgas en zuurstof. Dat waterstofgas gaat via een pijpleiding naar het mobiliteitsplein van AVIA Marees in Wieringerwerf. “Dat wordt een van de vier tankpunten van het project”, geeft Dick-Jan Marees aan. “Daarnaast gaat die locatie als hub een centrale rol spelen in de distributie. Zo komt er een docking-station voor de iBundles die HYGRO hiervoor ontwikkelde. Dat zijn slimme bundels van vier flessen, die op basis van de druk in de tank van een auto, optimaal worden geleegd. De iBundels worden gevuld op de nog te bouwen hub in Wieringerwerf en per vrachtwagen naar de zogenoemde ‘satellietstations’ gebracht. HYGRO maakt die iBundels zo, dat je ze kunt inzetten voor het tanken van waterstof op zowel 350 als 700 bar, zonder compressor.”
Complete keten
“Door in één keer een complete waterstofketen te realiseren, doorbreken we het kip-ei-dilemma dat vaak bij new energy speelt”, vervolgt Dick-Jan. “Zonder vraag geen aanbod en zonder aanbod geen vraag. Met vier tankstations in deze regio waar je lokaal geproduceerde groene waterstof kunt tanken, is dat aanbod er straks. Door samenwerkingen met bedrijven aan te gaan, bijvoorbeeld met leaseconcepten, proberen we als projectpartners de vraag te stimuleren. De afnemers zullen ook in een belangrijke mate bepalen waar de drie satellietstations komen. Met een netwerk van 60 tankstations, die voor het overgrote deel in de Kop van Noord-Holland zitten, zit er bij elke gewenste locatie in deze regio wel een station van ons. De verwachting is dat ‘Van wind tot wiel’ eind 2024, begin 2025 gerealiseerd is. De windmolen in Wieringerwerf, die de waterstof moet gaan produceren, staat er al een paar jaar. Nu wekt die nog stroom op, maar met de verkregen subsidie kan HYGRO hem ombouwen tot waterstofmolen.” Kort na het gesprek met Marion en Dick-Jan Marees werd bekend dat HYGRO ook bijna een miljoen euro subsidie voor het project ontvangt van de Regio Deal Maritiem Cluster Kop van Noord-Holland.
Bloemenveiling
Buiten ‘Van wind tot wiel’ heeft AVIA Marees ook nog andere plannen met waterstof. Dick-Jan: “Vorige maand openden we in Aalsmeer ons nieuwste station. De bloemenveiling daar wordt veel bezocht door Duitse chauffeurs. Door subsidieregelingen zijn er in Duitsland veel meer waterstoftrucks dan hier. In de komende jaren neemt dat aantal alleen maar toe. Dat maakt het aantrekkelijk om in Aalsmeer waterstof aan te bieden. Tussen nu en twee jaar verwacht ik dat daar te kunnen doen.” Bij het tankstation in Kolhorn doet AVIA Marees nu ruim anderhalf jaar ervaring op met waterstof. Storm loopt dat nog niet, geeft Marion aan. “Er wordt nu nog op zeer beperkte schaal gebruik van gemaakt, maar dat kan over een paar jaar anders zijn. Als het om new energy gaat, willen we op alle fronten meedoen en niet achteraan aansluiten in de rij. Daarom zijn we nu al met waterstof bezig. Om te ontdekken hoe het is om daarop te rijden – en om die energiedrager te promoten – hebben we zelf een waterstofauto: een Toyota Mirai. Door de uitstekende dekking in Duitsland van waterstoftankpunten zijn we daarmee laatst probleemloos op en neer naar Zwitserland gereden.”
‘Van zon tot wiel’
“Die waterstofauto heeft met 450 km ook een behoorlijke actieradius”, vervolgt Marion. “Net als bij fossiele brandstoffen is die in praktijk zeer constant en niet zo fluctuerend als bij elektrische auto’s.” Met elektrisch rijden hebben Marion en Dick-Jan Marees uiteraard eveneens ruime ervaring. Voor dit artikel verplaatsen zij zich bijvoorbeeld in een Polestar van Kolhorn naar Den Oever en terug. In de eerstgenoemde plaats past AVIA Marees een variant op ‘van wind naar wiel’ toe. Door de 176 zonnepanelen op het dak van het tankstation, geldt daar voor EV-rijders (bijna altijd) het principe van ‘van zon naar wiel’. En niet alleen tijdens zonuren. Dit voorjaar installeerde het bedrijf een accupakket met een capaciteit 60 kW bij het station, dat hoofdzakelijk opgeladen wordt door de zon. “Netcongestie is een probleem dat in Noord-Holland al volop speelt”, vertelt Marion. “Je daarbij neerleggen is geen optie. Voor AVIA Den Oever vonden wij in die accu de oplossing om daar toch een DC-snellader van 120 kW te kunnen plaatsen. Op het net was daar niet voldoende stroom voor beschikbaar. Dat accupakket maakt het mogelijk om daar altijd met een vermogen van 95 kW te kunnen laden. Meestal kan dat volledig met door de zonnepanelen opgewekte stroom. In perioden met minder zon wordt dit, als het nodig is, aangevuld met groene stroom vanuit het net. Wij zijn overigens bezig met een plan om alle duurzaam opgewekte stroom van twee windmolens in Obdam in te kopen. Die molens zijn eigendom van een bedrijf van onze vader, Oostwind. Die stroom willen we inzetten voor ons eigen verbruik en voor de verkoop via onze laadvoorzieningen voor EV’s.”
AVIA VOLT Nederland
De snellader bij het tankstation in Den Oever is er een van AVIA VOLT. Die internationaal door AVIA gevoerde merknaam voor laadoplossingen is met de toevoeging ‘Nederland’ ook de naam van een nieuwe joint venture. De vijf leden van de Coöperatie AVIA Nederland, waarvan Marees er een is, willen met AVIA VOLT Nederland gezamenlijk hun positie op de markt voor elektrisch laden versterken. Marion: “Door samen te werken vergroten we onze mogelijkheden en kunnen we ook meedingen bij grote(re) aanbestedingen voor laadinfrastructuur. Projecten waarbij de investeringen voor de individuele leden van de coöperatie bijvoorbeeld te groot zijn. Op dat gebied gaat de komende jaren veel gebeuren en met AVIA VOLT Nederland hebben we een onderneming gevormd die daar een serieuze rol in kan spelen.”
Elektrische ambities
Ook binnen het eigen verzorgingsgebied heeft AVIA Marees grote ambities om elektrische rijders aan zich te binden. “De eerste snellaadpalen hebben we in december 2020 in gebruik genomen bij ons station in Hoorn”, zegt Marion. “Nu tref je op acht locaties in ons netwerk DC-laders aan. Daarnaast hebben we ongeveer veertig AC-laadpalen op onze eigen stations en bij klanten staan. Aan het eind van het jaar zullen dat er tegen de 100 zijn en over vijf jaar willen we de 1.000 wel bereikt hebben.” “Met elektrisch rijden gaan de ontwikkelingen snel”, stelt Dick-Jan vast. “Dat heeft alles met het overheidsbeleid te maken. Zelf verbaas ik mij erover dat er vanuit de overheid niet méér wordt ingezet op HVO. Door die brandstof voor het vrachtverkeer veel aantrekkelijker te maken, kun je grote stappen zetten in het verlagen van de CO2-uitstoot. En snel, want trucks kunnen er zonder aanpassingen op rijden en de bestaande tankinfrastructuur is er prima voor geschikt. Ook wij zijn er klaar voor. Wij hebben het op voorraad en kunnen als het nodig is snel opschalen. Welke kant het ook opgaat met de energietransitie, wij zijn voorbereid.”