Het aantal tankstations in Nederland halveert’, kopten diverse media eind juni/begin juli. Zij baseerden dat op een onderzoek van ING Research naar de toekomst van het businessmodel van de oliehandel en tankstations. Drive reageerde daarop met een passend antwoord: ‘Tankstations verdwijnen niet, maar veranderen in energiestations.’
Het duurde even voordat het onderzoek van de researchafdeling van ING werd opgemerkt. De bank publiceerde het op 21 mei. Ruim een maand later pikte Mobility Energy (het voormalige TankPro) het op en maakte er een artikel over. ‘ING Research: aantal tankstations in Nederland zal komende vijf tot tien jaar halveren’, luidde de kop. ‘Van de huidige 4.131 tanklocaties die ons land op dit moment telt, zullen er dan nog zo’n 2.000 overblijven. Het zijn vooral de kleine, onbemande tankstations die gaan verdwijnen’, schreef Mobility Energy verder. Verschillende andere media, waaronder De Telegraaf en AutoWeek, besteedden in de dagen daarna eveneens aandacht aan het ING-onderzoek en trokken soortgelijke conclusies.
Geschetste ontwikkeling niet realistisch
De strekking van die berichten was: door het einde van de nieuwverkoop van brandstofauto’s in 2035 en het vrijwel geheel verdwijnen van auto’s met verbrandingsmotoren in 2053, neemt de afzet van fossiele brandstoffen dusdanig af dat de helft van de tankstations verdwijnt. Die halvering vindt in de komende vijf tot tien jaar plaats, valt in de berichten te lezen. Daarnaast wordt in de artikelen de aanname gehanteerd dat een snellaadstation iets volledig anders is dan het aanbieden van brandstof. Een reactie van Drive daarop kon niet uitblijven. Die kwam er op 3 juli in de vorm van een persbericht. Senior adviseur André Braakman geeft daarin aan dat de in de media beschreven ontwikkeling niet realistisch is: “De energietransitie zorgt voor een gestage afname van de brandstofverkoop, maar die zal niet dermate snel verlopen als in de pers geschetst wordt.”
Geen kaalslag maar verschuiving
“Het grootste deel van de verschuiving van aanbod vindt plaats binnen het traditionele netwerk van tankstations”, legt Braakman uit. “Enerzijds zullen grote nieuwe volwaardige energie- en mobiliteitshubs gerealiseerd worden in de buitenkernen langs het hoofdwegennet, anderzijds zal het huidige tankstationnetwerk transformeren door het aanbieden van alternatieven, zoals elektriciteit en waterstof. Het wagenpark vernieuwt en vergroent weliswaar in hoog tempo, maar er zal nog lange tijd behoefte blijven aan een fijnmazig netwerk van energiestations, die ook brandstof verkopen. Daarom verwachten wij dat er op korte termijn een verschuiving zal plaatsvinden van onder andere diesel naar HVO. Met die transitiebrandstof valt snel veel milieuwinst te boeken, zodat de Nederlandse en Europese klimaatdoelstellingen gehaald kunnen worden.”
Voorrang energiestations bij aansluiting
Over de rol van energiestations bij elektrisch laden zegt Braakman: “Nergens zijn zoveel snelladers te vinden als bij tankstations en dat is logisch; het zijn goed bereikbare locaties met ruime voorzieningen voor de reiziger. Als de klantvraag en de maatschappij verandert, dan verandert het aanbod mee. Gezien de netwerkcongestie is het van belang dat er hoogwaardig snel geladen kan worden op een verder aan te leggen netwerk van laadstations. Het creëren van een woud aan langzame laadpalen verstoort het elektriciteitsnet, zoals netbeheerders ook aangeven, ernstig. Exploitanten van dergelijke langzame laadpalen trekken zich bovendien al terug. Wij roepen dan ook op om energiestations, die willen investeren in snelladers, voorrang te geven bij aansluiting op het netwerk.”
Scheiding laden en brandstof onwenselijk
Door het ministerie van IenW wordt op dit moment onderzocht hoe de verzorgingsplaatsen langs de snelweg er in de toekomst moeten gaan uitzien. Een scenario dat voorligt, is het volledig separaat aanbieden van een laadplein en een locatie voor brandstof. Met als resultaat dat tankstations hun laadpalen moeten weghalen. Braakman: “Dit is niet alleen onwenselijk vanuit milieuperspectief, maar bovendien volledig onlogisch. De automobilist op de snelweg wil gewoon kunnen stoppen, tanken of laden en pauzeren. En dat inclusief een plezierig gebouw waar gewerkt, gegeten en gedronken kan worden. Onze leden exploiteren dit soort energiestations al vele decennia en zullen dat in de toekomst blijven doen. Dat de energievraag van auto’s wijzigt, maakt dat niet anders.”
Op onder meer Mobility Energy en LinkedIn is aandacht besteed aan het persbericht van Drive.