DE VERANDERINGEN STAPELEN ZICH OP VOOR DE TANKSTATIONS, VEELAL INGEGEVEN DOOR DE ENERGIETRANSITIE. MAAR OOK HET BEWUSTERE CONSUMPTIEPATROON EN DE BEHOEFTE AAN GEMAK EN BELEVING HEBBEN EEN EFFECT OP DE ROL VAN HET TANKSTATION IN DE TOEKOMST. IN DE OUTLOOK ‘TANKSTATIONS IN TRANSITIE, KANSEN IN SERVICES EN NIEUWE ENERGIE RICHTING 2035’ VAN BERENSCHOT WORDEN DE ONTWIKKELINGEN UITGEDIEPT EN GEDUID. EEN OVERZICHT OP HOOFDLIJNEN.

Eerst maar de stand van zaken nu. Nederland telt op dit moment ruim 4.100 tankstations. Dit aantal is al jaren nagenoeg stabiel. Maar uit de outlook ‘Tankstations in transitie’, die Berenschot in opdracht van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) in nauwe samenwerking met BETA heeft uitgewerkt, blijkt dat het totale aantal tankstations zal dalen. Niet alle tankstations hebben namelijk een voldoende goede locatie of hebben de potentie om hun aanbod sterk te gaan diversifiëren en in te zetten op retail en services. Tankstations, die in onvoldoende mate passen in een toekomst waarin de verkoop van energie van secundair belang is, gaan het lastig krijgen, stellen de onderzoekers. De verklaring hiervoor ligt in het feit dat dergelijke stations vooralsnog voldoende omzet halen uit de verkoop van motorbrandstoffen. Op den duur wordt dit echter steeds minder. In de afgelopen jaren zijn er om die laatste reden al veel bemande stations omgebouwd tot onbemande stations. De verhouding is hierdoor door de jaren heen flink verschoven: van 3.661 bemande tankstations en 575 onbemande tankstations in 2003 naar 2.023 bemande tankstations en 2.098 onbemande tankstations in 2018. Dit betekent dat meer dan 50 procent van de tankstations tegenwoordig onbemand is. De consument kiest onbemand vanwege de gunstige brandstofprijs, de snelheid en ‘geen gedoe’. Bij bemand zijn functionele services, beleving, ontspannen en sociale contacten de belangrijkste keuzefactoren.

Brandstoffen: 66 procent minder benzine?

Benzine en diesel zijn dominant op het tankstation. Maar ook dat verandert, zo blijkt uit de outlook. Hoewel het aandeel van elektrische auto’s in het wagenpark in Nederland nog beperkt is, is het aantal elektrische auto’s de afgelopen vijf jaar met bijna 80 procent gestegen tot circa 140.000 auto’s in 2019. In de eerste helft van 2019 zijn er ruim 17.000 elektrische auto’s verkocht ten opzichte van circa 8.000 in de eerste helft van 2018. Het aantal nieuwverkopen van elektrische auto’s bereikt daarbij een aandeel van 7,6 procent tegenover 3,1 procent in 2018. Vanzelfsprekend heeft de opmars van de elektrische auto effect op de verkoop van benzine en diesel. Zeker richting 2035. Berenschot schetst twee scenario’s. Het eerste scenario is gebaseerd op de ambitie in het regeerakkoord van volledige nieuwverkoop van elektrische auto’s in 2030. In dat geval stijgt het aantal elektrische auto’s in het wagenpark substantieel tot 3,7 miljoen in 2030 en 6,3 miljoen in 2035. Maar om dit scenario waar te maken zullen alle maatregelen, die genomen moeten worden om de doelstelling van volledige nieuwverkoop van elektrische auto’s in 2030 te kunnen realiseren, ook daadwerkelijk moeten worden genomen. Dit is nog geen gelopen race; de (met name fiscale) maatregelen die het Klimaatakkoord nu voorstelt, tellen volgens de onderzoekers van Berenschot slechts op tot een berekende nieuwverkoop van circa 30 procent elektrische auto’s in 2030. Dit is beleid tot 2025. De onderzoekers verwachten daarom dat voor de periode 2025-2030 nieuw beleid zal worden geformuleerd, waarmee 60 procent nieuwverkoop haalbaar wordt. Dat percentage is dan ook waar het tweede scenario op is gebaseerd. In dit scenario is er een wagenpark van 2,3 miljoen elektrische personenauto’s in 2030 en 3,9 miljoen elektrische personenauto’s in 2035. Daarmee is ruim 40 procent van het personenvervoer elektrisch in 2035.

Vertaald naar benzine en diesel betekenen beide scenario’s dat de verkopen richting 2035 flink zullen afnemen. Afhankelijk van het scenario zal het verbruik afnemen met 36 procent (scenario 1) tot 66 procent (scenario 2) voor benzine. Tevens neemt het dieselverbruik fors af met 33 procent (scenario 1) tot 68 procent (scenario 2) richting 2035. Tegelijkertijd zal het verbruik van elektriciteit toenemen van circa 0,5 TWh in 2018 tot maar liefst 8,9 tot 14,7 TWh in 2035.

“Tankstationondernemers zullen strategische keuzes moeten maken”

De functie van het tankstation

De rol van benzine en diesel zwakt dus af. Maar helemaal afschrijven? Nee, deze fossiele brandstoffen spelen volgens de outlook ook na 2035 nog een rol op het tankstation. Echter ze moeten, afhankelijk van de locatie, worden aangevuld met laadfaciliteiten. De wijze waarop in de toekomst elektrische auto’s zullen worden geladen, bepaalt volgens Berenschot in sterke mate welke functie tankstations kunnen hebben. Wanneer autobezitters hun auto, net als nu het geval is, thuis, langs de weg of op het werk kunnen blijven laden dan zal het aandeel van de verkoop van elektriciteit door tankstations beperkt blijven. Wanneer laden in de openbare ruimte echter moeilijker wordt door ruimtegebrek of doordat het (openbare) elektriciteitsnet onvoldoende capaciteit heeft om grote aantallen elektrische auto’s aan te kunnen, dan kunnen tankstations een grotere
rol spelen in het laden van de elektrische auto, aldus de onderzoekers. Dat geeft tankstations meer gelegenheid om naast elektrische energie ook retail en services te bieden. Duidelijk is in ieder geval dat richting 2030 het aantal laadlocaties in Nederland verder zal toenemen, schetst Berenschot.

Naast de reguliere laadpunten langs de weg, bij mensen thuis en bij kantoren worden er ook steeds meer snelladers ontwikkeld. Met name op dit vlak zullen tankstations hun rol kunnen opeisen. Deze snelladers hebben een hoog vermogen, waardoor auto’s sneller kunnen laden. Met tien minuten laden kunnen de auto’s weer enkele honderden kilometers rijden. Het beeld dat uit het outlook naar voren komt is dat in 2025 15 procent van de markt bestaat uit snelladers, 85 procent uit normale laders. De conclusie van de onderzoekers is dat snelladers vooral veel te vinden zullen zijn op (tankstation)locaties langs drukke doorgaande wegen, bij (fastfood)restaurants en hotelketens. Het is van belang dat de locatie ook een andere functie heeft dan snel laden alleen, omdat mensen de snellaadtijd nuttig willen kunnen besteden. Berenschot ziet vooralsnog minder potentie voor snelladers bij andere tankstationlocaties vanwege de relatief hoge aanschafwaarde en de overweging dat er op andere locaties dan langs de snelweg (thuis, op het werk, bij de supermarkt) vaak voldoende tijd en mogelijkheid is om de auto wat langer aan een laadpaal te zetten.

“Vertaald naar benzine en diesel zullen de verkopen richting 2035 flink afnemen”

Waterstof: vooral voor goederenvervoer

Maar hoe zit het dan met waterstof? De onderzoekers zien ook in waterstof een potentiële duurzame vervanger voor traditionele brandstoffen. Waarom? Een auto op waterstof heeft net als een elektrische auto een stille motor en een snelle acceleratie. Daarnaast kan waterstof op traditionele wijze worden getankt, wat minder tijd kost dan het laden van een elektrische auto. Dit is zeer gunstig voor tankstations vanwege het feit dat de customer journey (klantreis) hetzelfde blijft als bij het tanken van motorbrandstoffen.

Tankstations voldoen bovendien al aan milieu- en veiligheidseisen die mogelijk ook zullen gaan gelden voor de verkoop van waterstof. Bovendien zijn tankstations, gezien hun spreiding, logische locaties voor waterstofstations. Maar er zijn nog wel wat hobbels te nemen. De ontwikkeling van waterstof als energiedrager voor personenauto’s loopt nog flink achter op de ontwikkeling van elektrisch vervoer, weet ook Berenschot. Zij verwachten dat waterstof in eerste instantie voornamelijk zal worden gebruikt voor goederenvervoer. Vanwege het grotere gewicht van voertuigen voor vrachtverkeer en de lange afstanden die deze voertuigen afleggen, met als gevolg dat zij regelmatig moeten laden, zijn deze voertuigen minder interessant voor elektrisch vervoer met gebruik van een accu. De mate waarin waterstof ook een gangbare energiedrager wordt voor personenvervoer zal afhangen van de mate waarin bottlenecks als prijs en beschikbaarheid (infrastructuur) worden overwonnen, stellen de onderzoekers.

Shop; hulp van sensoren en scanners

Zoals eerder aangestipt, retail en services kunnen belangrijker worden voor tankstations. De verwachte verhouding qua omzet uit retail en services en verkoop van brandstof zal in 2035 op 60–40 procent liggen. Nu is dat nog precies andersom. Op het gebied van retail zijn verschillende ontwikkelingen gaande die de komende jaren steeds sterker zichtbaar worden en in 2035 gewoongoed zijn, weet Berenschot. Dit gaat om ontwikkelingen die de onderwerpen gemak, gezond, duurzaam, beleving en digitalisering raken. Het consumptiepatroon wordt bewuster, consumenten houden steeds meer rekening met de eigen persoon (gezondheid) en de wereld (transparantie en duurzaamheid), aldus de onderzoekers. Technologische snufjes doen hun intrede en helpen om ‘gasten’ beter te bedienen. Zo maken deze het mogelijk om een gericht aanbod voor verschillende doelgroepen te maken en een meer persoonlijke relatie met de klant te bouwen. Data over klanten van verschillende bronnen, als loyaltyprogramma’s en ‘car recognition’, zijn hiertoe van groot belang, schetst het outlook. Tegelijkertijd zullen de taken van medewerkers wijzigen naar puur servicegericht werk. Betalingen en andere simpele transacties kunnen digitaal of met behulp van robots worden uitgevoerd, weten de onderzoekers. Sterker nog, tankstations zullen overwegen hun shop onbemand te maken. Met behulp van sensoren, apps en zelfscanners is er in de shop straks niet per se meer personeel nodig.

Factoren voor keuze tankstation

• Prijs
• Faciliteiten (o.a. eetvoorzieningen en toilet)
• Aanbod producten en diensten (gericht op auto en bezoeker)
• Spaaracties
• Bereikbaarheid van de locatie (dichtbij huis of op de route)
• Mogelijkheid te kiezen tussen service en snelheid (o.a. door
‘fast lanes’ of door te pinnen bij de pomp).

Barrières voor keuze tankstation

• Hoge prijzen
• Beperkte openingstijden
• Te weinig ruimte bij de pomp
• Een beperkt aanbod alternatieve brandstoffen
• Onvriendelijk of langzaam personeel
• Wachttijd
• Bereikbaarheid

Belangrijkste conclusies

• Het aantal tankstations in Nederland is in 2035 afgenomen.
• Waterstof wordt gebruikt door het bedrijfsvervoer.
• De concurrentie voor tankstations op het gebied van energieverkoop is toegenomen door het laden van EV.
• Locatie en ondernemerschap zijn van groter belang dan ooit.
• De ruime openingstijden en strategische locaties van tankstations bieden de mogelijkheid om in te spelen op de 24/7/365-consumptiebehoefte van consumenten.
• Tankstations zijn divers; van energie- en servicehubs tot onbemande tankstations puur gericht op motorbrandstoffen.
• Er is meer diversiteit in het aanbod van tankstations. Naar verwachting wordt meer gebruik gemaakt van partnerschappen om nieuwe businessmodellen vorm
te geven. Dit kan zowel op gebied van retail, services als mobiliteit.
• Door technologische ontwikkelingen zijn er onbemande shops en andere onbemande bedrijfsonderdelen, gericht op snelheid en gemak.
• Personeel wordt vooral – zichtbaar voor de consument – ingezet voor service en beleving.
• De balans in de omzetverhouding tussen brandstof en retail/services is omgeslagen naar een groter aandeel voor retail/services.
• Door het benutten van digitalisering en data zal er een gerichter aanbod gecreëerd worden, passend bij de persoonlijke voorkeuren van consumenten, en
persoonlijker worden gecommuniceerd.

Bemande tankstations: kansen te over

Hoe tankstations (moeten) omgaan met hun shop zal afhangen van de locatie. De onderzoekers van Berenschot zien kansen voor de bemande tankstations langs rijkswegen en drukke provinciale wegen of in de stad. Deze tankstations bieden verschillende mogelijkheden die voor het tankstation van de toekomst van belang zijn. Een essentieel punt in
dit opzicht is volgens het outlook het feit dat deze tankstations zich op strategische en goed bereikbare locaties bevinden.
Ze zijn daarmee een natuurlijke rustpunten, waar reizigers wat te eten kunnen halen, onderweg af kunnen spreken of kunnen werken. Daarnaast hebben de locaties vaak een groot voorterrein, wat mogelijkheden biedt voor het plaatsen van snellaadpalen en voor het uitbreiden van de retail- en servicefunctie. Een passend divers aanbod voor de verschillende doelgroepen van het tankstation, bestaande uit energie, retail en services, vergroot de kans dat het tankstation een solide omzetbasis behoudt, is de gedachte van de onderzoekers. Hier wringt ook meteen de schoen voor de kleinere stations. De mogelijkheid tot uitbreiding van het energieaanbod en de retail- en servicefunctie is hier namelijk beperkt. Bovendien hebben kleinere stations veel minder een functie als ‘pleisterplaats’ onderweg. Zij moeten het nu hebben van de consumenten die komen om te tanken. Wanneer het aantal tankende bezoekers afneemt, verdwijnt daarmee ook het potentieel voor een uitgebreide retail- en servicefunctie. Bovendien is er te weinig ruimte om snellaadpalen te plaatsen of om uit te groeien tot laadpleinen.
Een andere bedreiging voor dit type tankstation is bovendien het verdwijnen van de verkoop van tabak. De onderzoekers verwachten dan ook dat een groot deel van de kleinere bemande tankstations zal verdwijnen. Een belangrijk deel van deze tankstations zal de shop sluiten en als onbemand tankstation verder gaan. En wat blijkt: als onbemand tankstation zijn deze locaties waarschijnlijk relatief kansrijk. De reden? Ze zitten niet op de beste locaties, maar zeker ook niet op de slechtste locaties. Overigens is het de verwachting dat de onbemande tankstations blijven bestaan zolang er nog motorbrandstoffen worden verkocht. Aangezien de kosten voor het exploiteren van een onbemand station laag zijn, houden deze stations bestaansrecht. Er zal mogelijk wel een shake out plaatsvinden onder de onbemande tankstations met de minst goede locatie, aldus de outlook.

‘Niet stilzitten’

Ondernemer Ewout Klok herkent zich in de conclusie van de outlook ‘Tankstations in transitie, kansen in services en nieuwe energie richting 2035’ van Berenschot. Hij heeft de geschikte locatie, en mede daardoor bestaansrecht in de toekomst. “Ik
heb al fors geïnvesteerd in het shopaanbod, nu kijk ik naar snelladers.”
Klok zit met zijn station aan de poort van Hoogeveen. Dat willen zeggen: bijna al het verkeer dat in en uit Hoogeveen rijdt passeert zijn station. Tegenover zit een McDonald’s en de toe- en afritten van de A28 zitten op steenworp afstand. Met andere woorden: aan traffic geen gebrek. En aan ruimte ook niet; het station is gevestigd op een groot eigen terrein. “De locatie zorgt ervoor dat ik kan investeren”, zegt Ewout.

Dat heeft hij onder meer gedaan in zijn shop, die is omgetoverd tot een uitgebreide lunchroom waar gasten in alle rust hun vers belegde broodje kunnen eten. En de volgende investering? “Ik kijk nadrukkelijk naar snelladers, maar deze investering is fors. En er is nog geen verdienmodel. Dat moet eerst veranderen.” Hij pleit ervoor dat de overheid in plaats van het voertuig de infrastructuur moet subsidiëren. “Die elektrische auto’s komen er wel, maar qua infrastructuur voorzie ik grote knelpunten. De tankstations kunnen die knelpunten oplossen, middels snelladers. Maar zolang er geen verdienmodel
is, zijn wij terughoudend.” Toch is het nodig. De rijder van een elektrische auto is in de ogen van Ewout een zenuwachtige rijder. “Die kijkt continu naar de actieradius en wil niet stil komen te staan. Via een snellader kan men in een tien minuten zo weer en enkele honderden kilometers voorruit. En ondertussen kunnen ze een broodje eten, genieten van een lekkere bak koffie of alleen even de mail bijwerken.” Klok maakt dan pas op de plaats als het om de snelladers gaat, maar dat betekent niet dat hij met de handen over elkaar zit. “De outlook van Berenschot maakt duidelijk wat ik al wist: de ontwikkelingen volgen elkaar snel op en je moet als tankstation mee, van stilzitten kan geen sprake zijn.”

‘Geen rapport dat ontwikkelingen zo duidelijk schetst’

“Er is geen rapport wat zo goed de belangrijkste ontwikkelingen schetst aan de hand van een aantal
belangrijke scenario’s als dit rapport van Berenschot. Het rapport maakt duidelijk dat tankstations een heel belangrijke schakel zijn in de energietransitie. Als het aantal elektrische auto’s groeit zoals geschetst, en als het laadgedrag zich ontwikkelt zoals voorspeld, dan gaat het qua infrastructuur knellen. En daar kunnen de tankstations hun rol pakken, middels bijvoorbeeld de implementatie van snelladers. Hoe en of je kunt inspelen op de veranderende markt hangt af van de plek waar je zit. Je kunt wel traffic hebben, maar er moet bijvoorbeeld ook ruimte zijn om laadpalen te plaatsen. Bovendien moet iedere ondernemer goed beoordelen welke aanvullende diensten passen bij zijn locatie en klanten. Kortom, er wordt ondernemerschap gevraagd. Het rapport maakt duidelijk dat door de bestaande tankstations te benutten duurzaamheidsambities kunnen worden gerealiseerd tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.” Erik Klooster

Directeur, VNPI

Sterk ondernemerschap

De onderzoekers concluderen dan ook dat alleen de tankstations die de locatie hebben om zich te kunnen handhaven en verder te ontwikkelen als cruciale schakel in het mobiliteitssysteem op de langere termijn winstgevend zullen kunnen blijven. Daarbij vragen de uitdagingen van de energie- en mobiliteitstransities en de kansen, die bijvoorbeeld digitalisering biedt, om sterk ondernemerschap, aldus de onderzoekers. Meer dan ooit wordt het van belang te onderzoeken wie (potentiële) doelgroepen zijn en waarom zij zouden (terug)komen om gebruik te maken van de diensten van het tankstation. Er zullen volgens de outlook strategische keuzes moeten worden gemaakt of, wanneer en hoe bepaalde diensten moeten worden aangeboden. Tankstationhouders zullen hiervoor flink moeten investeren.

‘Claim de positie’

Het rapport ‘Tankstations in transitie’ is voor Tim Schoenmakers van BETA vooral een bevestiging van wat de vereniging de afgelopen jaren al uitdraagt. Toch stipt het volgens hem ook weer het belang van verandering aan. “De behoefte van de klant verandert, zo maakt het rapport klip en klaar duidelijk. En wij als tankstations veranderen daarin mee. Dat hebben we de afgelopen tien jaar gedaan, en dat doen we ook de komende tien jaar”, zegt Tim. Hij benoemt daarbij ook de rol van de overheid. “Die moeten ons wel de ruimte blijven geven om met de vraag mee te kunnen bewegen. Is er behoefte aan horeca, dan moeten wij dat kunnen invullen en dan moet er bijvoorbeeld geen vergunningenstelsel zijn dat ons hiervan weerhoudt.” Het rapport is volgens hem een mooi middel om naar de lokale overheden te stappen en met hen te overleggen over de toekomst en rol die jij als ondernemer daarin voor jezelf ziet. “Het rapport schetst tal van scenario’s en daarbij is uitgewerkt wat de rol van de tankstations is. Een rijkswegstation vraagt wat anders dan een middelgrote of C-locatie. Het rapport maakt heel duidelijk dat tankstations keuzes moeten maken, en wel nu meteen. Waar zit je en wat wil jouw klant? Nu en in de toekomst. Wil die service? Of wil die gewoon goedkope brandstof? Bepaal jouw rol en claim met dit rapport onder de arm jouw positie bij de lokale overheden.”