VOORBESTEMD VOOR DE RETAIL? NEE. ALLERMINST. KELLY VAN RIJN-VAN TOL (29) ZOU ALS BESTUURSKUNDIGE INTERNATIONALE VRAAGSTUKKEN OPLOSSEN EN DE WERELD ZO EEN STUKJE BETER MAKEN. MAAR DE BUREAUCRATIE IN HET VAKGEBIED STOND HAAR TEGEN. “IK BEN IEMAND DIE DINGEN DOET, HANDS-ON. EN IK WIL SNEL RESULTAAT.”

Het mocht een wonder heten dat we Kelly te spreken krijgen. De moeder van twee kinderen (2 en 4 jaar oud) is vijf dagen in de week actief voor Tanqplus. Daarnaast bedreef ze tot begin dit jaar, als raadslid van GemeenteBelang Westland, 12 tot 16 uur in de week politiek. En ja, ze heeft ook een druk sociaal leven. “Ik houd wel een wijntje, met vriendinnen”, lacht ze. We spreken Kelly op de burelen van Tanqplus in Naaldwijk. Midden in het Westland, tussen de tuinders. Haar vader (Hans van Tol, red.) heeft per 1 januari jl. een stapje terug gedaan in het bedrijf. Hij is adviseur geworden en Kelly neemt voor 50 procent het belang in de Tollengroep over van hem. “De andere 50 procent is in handen van Michel Iesberts. Michel en ik vullen elkaar perfect aan; hij is heel sterk in het financiële aspect van de stations, ik doe vooral de operationele kant. Ik ben soms een beetje eigenwijs en tegendraads.” Om die reden staat Kelly de helft van de tijd met de voeten in de klei, op locatie, bij de stations. “Dat vind ik echt heel leuk. Soms duik ik dan ook achter de kassa, even de handen uit de mouwen. Ik heb in mijn jeugd van mijn vijftiende tot negentiende in ons tankstation in Poeldijk gestaan en doe het kassawerk nog altijd met veel plezier.”

Resultaatgericht

In haar jeugd had Kelly de ambitie om de wereld te verbeteren. “Na mijn havodiploma ben ik dan ook internationale bestuurskunde gaan studeren. Maar tijdens mijn stageperiode, en die van mijn medeleerlingen, kwam ik er al snel achter dat het niet iets voor mij was. Dan werd er voor een half jaar gewerkt aan een nieuw verdrag voor de OPWC (De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens, red.) en al na een maand werd dat verdrag met voeten getreden door de verschillende landen. Daar kan ik dus niet tegen, ik wil resultaat zien.” Toch heeft ze haar studie afgerond, om vervolgens bij Tanqplus aan de slag te gaan. “Mijn vader heeft mij niet gevraagd hoor, dat heeft Michel gedaan. Dat vind ik wel belangrijk om te melden, aangezien men toch vaak denkt dat ik in het zadel ben geholpen door mijn vader, maar dat is niet waar.” Vijf dagen in de week is ze actief voor Tanqplus, daarnaast kwam haar studie goed van pas in de lokale politiek die ze bedreef. “De lokale politiek was ook hands-on, net als de retail. Je moest dingen voor elkaar zien te boksen. En vooral ook heel goed samenwerken. Dat ligt mij wel.” De politiek was om een andere reden ook belangrijk voor Kelly. “Het heeft mij harder gemaakt; ik laat nu niet zo snel de kaas van het brood eten.”

Strak sturen

Met 21 bemande locaties, 3 onbemande stations en ruim 150 medewerkers in dienst is dat iets dat soms goed van pas komt. “Ik zit er bovenop”, vertelt Kelly. Loonkosten zijn namelijk belangrijk voor ons, stelt zij. “Daar sturen we strak op, sinds kort met een digitaal roostersysteem. We zien precies wat de uren zijn die worden ingezet in relatie tot bijvoorbeeld de omzet en het aantal verkochte liters brandstof. Als er minder liters worden verkocht, dan betekent dit dat de caissière tijd heeft voor andere zaken en zo nu en dan
kan bijspringen in de shop en kan helpen deze net en strak te houden.” Overigens, dat net en strak gaat niet helemaal op, maakt Kelly duidelijk. “Klanten moeten in een shop wel wat durven te pakken, vind ik. Daar bedoel ik mee dat het niet te steriel moet zijn. Ook geen rommeltje natuurlijk, maar er mag best eens een display midden in het gangpad staan. Een shop moet leven.” Daar spreekt zij over met de stationsmanager. “Hij of zij is mijn eerste aanspreekpunt en we communiceren open. En ja, ik ben best direct. Niet bot, maar ik zeg wel waar het op staat. Ook weer geleerd uit de politiek”, lacht Kelly. Die mentaliteit samen met de digitaliseringsslag heeft gezorgd voor resultaat. “Stations die net niet positief draaiden, doen dat nu net wel.” Kelly benadrukt dat het belangrijk is om de lijnen intern strak, maar ook kort te laten zijn. “Ik probeer iedereen bij naam te kennen, alle 150. En dat lukt aardig. En als er een keertje iets is, dan ben ik er ook voor hen.” Zij ondersteunt het met een voorbeeld. “Laatst hoorde ik dat er naasten van twee medewerkers waren overleden. Vreselijk natuurlijk, dan heb ik wel contact met ze. En ik stuur ze een handgeschreven kaart, tuurlijk. En dat wordt gewaardeerd. Daar doe je het toch voor: betrokken zijn is essentieel.” Al is het soms wel een spagaat, maakt Kelly ook duidelijk. “Ik ben streberig, het gevaar is dat je in details verzandt. En dat gebeurt mij soms ook, ik kan daarbij een voorbeeld nemen aan mijn vader. Die is veel rustiger. Maar goed, het feit dat ik streberig ben is ook goed voor de stations. Er waait een frisse wind. En ja, er zijn mensen vertrokken vanwege mijn visie en rechtlijnigheid. Maar dat geeft ook helemaal niet, zo gaat dat.”

Pizzabakken, en snel ook

Als het gaat om die visie gaat, en om de invulling van de shop, dan komt weer de hands-on mentaliteit en het resultaatgerichte naar boven bij Kelly. “Laatst waren we op een beurs en zagen we een nieuw pizzaconcept. Echt iets voor ons, dacht ik meteen. Dan maak ik er direct werk van. Het liefste start ik nog vandaag en niet morgen. Maar dat gaat natuurlijk niet: je moet leveranciers selecteren, met de medewerkers overleggen, noem het allemaal maar op. Maar we gaan testen, en snel ook.” Het zijn dergelijke concepten die passen in het beeld dat Kelly heeft van een tankshop. “Zoetwaren was altijd de omzetmaker, maar die categorie staat op veel locaties onder druk. Wel zien we een stijging in de verkoop van levensmiddelen. En met levensmiddelen bedoel ik alles in en rondom de bakery. Daar schakel ik dan op door, met bijvoorbeeld een pizzaconcept. Met meer communicatie, binnenkort een nieuwe website, lokale marketingacties, ik heb ideeën te over.” Hetzelfde heeft ze ook gedaan bij frisdranken. “Die doen het ook heel goed, we hebben daarom grotere wandkoelingen en veel impulskoelers geplaatst. En dat werkt, de omzet groeit door.” In de shop en buiten op het terrein van de stations pakt Kelly door. “Pakweg 70 procent van onze locaties heeft een wasstraat. Dat gaat heel goed, mensen wassen graag hun auto bij ons. In Rotterdam hebben we daarom recent een nieuwe roll-over geplaatst. En wat denk je? De omzet is verdubbeld. Conclusie: je moet doen en je moet durven. En ja, ik ga ook wel eens op mijn bek, maar dat geeft niet. Daar leer je weer van.”