Geplaatst op: 24-11-2025

Boeren en slimme ondernemers ontdekken de markt van snellaadpalen

De energietransitie dendert voort. Waar tankstations jarenlang de vanzelfsprekende plekken waren om je voertuig te voeden met benzine, diesel of stroom, ontstaat nu een netwerk aan alternatieve laadplekken. Niet alleen langs snelwegen, maar juist ook op boerenerven, bij bedrijven en op strategische plekken in dorpen en steden. Steeds meer ondernemers zien kansen in het plaatsen van snellaadpalen. Wat drijft hen, waar lopen ze tegenaan en hoe kijkt de branche hiernaar?

 

Boeren en slimme ondernemers betreden het speelveld van energievoorziening voor mobiliteit. Met zonnepanelen en ruimte op hun erf bieden ze een plek voor snellaadpalen. Voor sommigen is het een mooie nevenactiviteit, voor anderen een nieuwe kern van hun bedrijf. De traditionele tankstations volgen de ontwikkelingen met belangstelling én kritische vragen.

 

Boerenerf als laadplein

Op het erf van melkveehouderij Maatschap Klep-van Poppel in Etten-Leur, Brabant, wordt niet alleen melk geproduceerd. Sinds kort kunnen er ook elektrische auto’s worden opgeladen. Voor Sandra Klep en haar man Jurgen was de keuze om een laadpaal te plaatsen een logische stap. “Wij hebben een groot dak vol zonnepanelen en wekken meer stroom op dan we zelf gebruiken,” vertelt Sandra. “In plaats van die stroom tegen lage tarieven terug te leveren aan het net, wilden we er zelf iets mee doen. Samen met Agrozon zijn we in dit project gestapt. Nu kunnen mensen hier hun auto laden. Voor ons is het een manier om een extra inkomstenbron te creëren en tegelijk een bijdrage te leveren aan de verduurzaming. Lokale snellaadpalen kunnen veel betekenen voor een klimaatneutralere bouw en infrastructuur. Op deze manier helpen we de CO2-uitstoot te verminderen.”

Moderne invulling

De stap past in een bredere trend waarin agrarische ondernemers hun erf openstellen voor nieuwe functies. Waar eerder vaak een boerderijwinkel of camping werd toegevoegd, verschijnt nu steeds vaker een (snel)laadpaal. “Het past goed bij onze manier van werken,” zegt Sandra. “Wij zijn altijd  ondernemend geweest en veel boeren met ons. Je kijkt: wat kan ik met mijn grond, mijn gebouwen en mijn energie? Dit is een eigentijdse manier om daar invulling aan te geven.”

Markt vol witte vlekken

Dat boeren en andere ondernemers laadpalen plaatsen, komt niet uit de lucht vallen. De markt voor elektrisch rijden groeit. Lars en Miranda Jonkman zijn de initiatiefnemers van PowerUp Snelladen, een snellaadpaal op 250 meter van de op- en afrit A37 in Nieuwlande. Zij zagen dat er ruimte is voor veel meer spelers dan alleen de grote energiebedrijven of tankstations. “Het idee ontstond bij de aanschaf van onze elektrische auto,” vertelt Lars. “Gezien de ligging van onze woonboerderij, dicht bij de snelweg leek het ons een goede locatie. Daarnaast viel het ons op dat overige snellaadstations zich voornamelijk bevinden direct langs de snelweg.” Volgens Lars staan we pas aan het begin. “De vraag naar snellaadpunten groeit enorm. Zeker in landelijke gebieden zijn er nog veel witte vlekken op de kaart. Daar liggen kansen voor lokale ondernemers die de ruimte hebben en vaak ook al duurzame energie opwekken.”

 

Slim ondernemerschap

Volgens Lars draait het niet alleen om idealisme, maar ook om slim ondernemerschap. Zelf werkt hij als Projectleider Onderhoud en zijn vrouw als diëtist. “We bieden een dienst aan waar vraag naar is. Voor weggebruikers is het prettig dat ze niet altijd naar een tankstation hoeven, maar ook onderweg kunnen laden, bijvoorbeeld in een groene omgeving naast het bos zoals bij ons, bij een boerderij of klein bedrijventerrein. Terwijl de auto laadt, kun je even de benen strekken en een frisse neus halen.”

 

Scheef gevoel

Voor de traditionele tankstationbranche roept deze ontwikkeling vragen op. Martin van Eijk, voorzitter van branchevereniging Drive, ziet zowel kansen als zorgen. “Enerzijds juichen we toe dat er zoveel initiatieven ontstaan,” zegt hij. “Alles wat bijdraagt aan de energietransitie en aan het draaiend houden van mobiliteit in Nederland, is positief. Mensen die zeggen: ik heb stroom, laat ik dat inzetten voor de mobiliteit – dat helpt ons allemaal vooruit.” Toch heeft hij ook bedenkingen. “Wat wij ons afvragen, is: waar houdt het op? Tankstations zijn gebonden aan strenge regels en vergunningen. We mogen bijvoorbeeld niet zomaar allerlei extra diensten aanbieden. Maar een boer of ondernemer kan nu vrij eenvoudig een laadpaal neerzetten en soms zelfs een klein winkeltje ernaast beginnen. Dat voelt scheef. Er dreigt een wildgroei te ontstaan, vergelijkbaar met de begindagen van de tankstations toen iedereen zomaar kon starten. Uiteindelijk moest daar ook regulering komen. Vreemd genoeg blijkt uit navraag bij de provincie Noord-Brabant dat langs de weg geen vergunningsmogelijkheid bestaat voor (snel)laadpalen. Kort vertaald: ze kunnen dus niet worden toegestaan.”

Zorg om de toekomst

Martin benadrukt dat het geen angst is, maar een zorg om de toekomst. “We moeten niet in een situatie belanden dat je midden in de polder ineens een vrachtwagen ziet staan laden op een plek waar je denkt: wat doet die hier? Dat kan leiden tot verkeersonveiligheid of onduidelijke situaties. Bovendien hebben wij als branche te maken met strenge veiligheidseisen, terwijl dit bij laadpalen ‘nog’ veel minder strikt geregeld is. Dat verschil wringt.” Hij maakt de vergelijking met vroeger. “Ooit waren er misschien wel tienduizend tankstations in Nederland, omdat iedereen die een vat olie had er eentje begon. Toen kwam regulering en is dat aantal teruggebracht. Iets vergelijkbaars zie je nu gebeuren met laadpunten. Op zich prima, maar de overheid zal hier op termijn wel kaders voor moeten stellen.”

Meer dan ‘even een laadpaal’

De vrees voor een wildgroei doet soms vermoeden dat iedereen zonder moeite een laadpaal kan plaatsen, maar de praktijk is complexer. Sandra: “Het is niet iets wat je zomaar even doet. Wij hebben bewust gekozen voor samenwerking met Agrozon. Zij regelen de techniek en de aansluiting. Voor ons is het echt een partnerschap. Alleen een laadpaal neerzetten en hopen dat mensen komen, dat werkt niet. Je moet nadenken over locatie, bereikbaarheid, marketing en onderhoud.” Ook Lars bevestigt dit beeld. “De investeringen zijn fors. Een snellader kost al gauw enkele tienduizenden euro’s. Daarnaast moet je rekening houden met de netcapaciteit. In sommige regio’s is het simpelweg niet mogelijk om een zwaardere aansluiting te krijgen. Dan moet je slimme oplossingen zoeken, zoals batterijopslag. Het vraagt dus serieuze kennis.”

 

Extra inkomstenbron voor boeren

Toch zien steeds meer agrarische bedrijven de potentie. Sandra: „De marges in de landbouw zijn dun. Elke extra bron van inkomsten helpt. Met een laadpaal benutten we onze duurzame energie beter. Het is geen goudmijn, maar wel een stabiele toevoeging. Bovendien sluit het aan bij de verduurzaming waar wij als sector mee bezig zijn. Dat straalt ook af op je bedrijf en je imago. Veel boeren kijken pragmatisch. Ze vragen: wat levert het op en wat kost het? Maar ze zien ook dat ze hiermee hun erf toekomstbestendig maken. Het past bij een bredere trend waarin de boerderij meerdere functies krijgt: zorg, recreatie, energie. Laden hoort daar steeds vaker bij.” Martin geeft aan dat door de afschaffing van de salderingsregeling het de gebruiker noodzaakt om de extra opgewekte energie direct te verbruiken, want de teruggeleverde energie wordt tegen onaantrekkelijke tarieven geprijsd.

Tankstation als totaalbeleving

De vraag is of de komst van laadpalen bij boerenerven een bedreiging vormt voor tankstations of juist een aanvulling. Martin denkt dat het beide kan in. “Tankstations zijn bezig om hun rol opnieuw uit te vinden. Laden kost meer tijd dan tanken, dus de beleving op locatie wordt belangrijker. Onze leden investeren in goede voorzieningen: koffiecorners, winkels, werkplekken. Dat is een ander concept dan even snel laden bij een boerderij. Beide hebben bestaansrecht, maar de vraag is hoe de markt zich verdeelt.” Volgens Sandra ligt de kracht van boeren juist in het kleinschalige en lokale karakter. “Je komt bij een erf, je ziet waar je stroom vandaan komt, misschien maak je nog even een praatje en koop je nog een fles melk of kaas in de boerderijwinkel. Het is een hele andere ervaring dan bij een tankstation. Voor veel mensen is dat aantrekkelijk.”

 

Regels en gelijk speelveld

De roep om meer regulering klinkt door in Martins verhaal. “Wij moeten voor elke uitbreiding vergunningen aanvragen, of het nu gaat om een shop of een bakery. Terwijl een laadpaal op een erf vaak zonder vergunning kan worden neergezet. Als de overheid straks meer kaders stelt, is dat logisch. Maar dan moet het speelveld wel eerlijk zijn voor alle partijen.” In de verhalen van Lars en Sandra klinkt juist de noodzaak door dat de overheid de innovatie niet moet verstikken. De energietransitie vraagt volgens hen om snelheid. Boeren en ondernemers die nu durven investeren, zijn de pioniers die we juist nodig zouden hebben.

 

Hybride netwerk in opkomst

Mogelijk dat de toekomst van snellaadpalen een hybride netwerk wordt: grote laadpleinen bij tankstations langs snelwegen, kleinere snellaadpunten bij boerenerven en bedrijventerreinen en langzamere laadmogelijkheden thuis of op kantoor. Sandra ziet dat als een logische ontwikkeling. “Iedereen heeft zijn rol. Wij zijn niet per se een vervanging van een tankstation, maar we vullen iets aan. Voor mensen die hier in de buurt wonen of werken, of die onderweg zijn en snel wat stroom nodig hebben, zijn we ideaal.” Martin sluit zich daarbij aan. “De toekomst is niet óf-óf, maar én-én. Tankstations blijven belangrijk, maar er komen nieuwe vormen naast. Als branche moeten we daarin meebewegen. Uiteindelijk gaat het erom dat de automobilist altijd en overal kan laden. De komende jaren zal duidelijk worden hoe deze nieuwe markt zich ontwikkelt en welke regels daarbij horen.” Eén ding is zeker: het landschap van mobiliteit verandert. Waar vroeger de tankstations het monopolie hadden, ontstaan nu nieuwe pioniersplekken. Soms midden in de polder, naast de koeienstal