Het energiestation als belangrijke schakel van mobiliteit

Sinds mijn aantreden in het bestuur van Drive spreek ik met veel ondernemers, beleidsmakers en partners. Wat mij telkens opvalt, is de enorme drive om als mkb’ers te bouwen aan de toekomst van mobiliteit. Onze energiestations spelen daarin een centrale rol. Niet als overblijfsel uit het verleden, maar als knooppunt van energie voor mobiliteit, bereikbaarheid, gemak en werkgelegenheid.

Wij bouwen aan energiestations van de toekomst en zijn geen fossielen uit het verleden. Toch worden we behandeld alsof we (letterlijk) in de weg staan. Tankstations worden uit steden gedrukt, genegeerd in netplannen en raken klem tussen vergunningen, verboden en verouderde aannames. Alsof bereikbaarheid vanzelf ontstaat. Alsof voorzieningen als koffie, toiletten, veiligheid en werkgelegenheid er niet toe doen. Alsof energie alleen thuis uit het stopcontact komt, en niet via snelladers, batterijsystemen en slimme hubs op die plekken waar Nederland rijdt en leeft.

Dat is een van de belangrijkste punten uit de nieuwe Drive-strategie. Het sterke retail-netwerk van Drive(leden) bouwt aan een toekomst waarin energie- en retail-stations meer zijn dan alleen laad of tanklocaties. Het blijven plekken voor gemak, ontmoeting en dienstverlening. Door samenwerking zorgen we dat deze ondernemingen ook in de toekomst essentieel en rendabel blijven.

Daarmee zijn we al goed op weg. Zo hebben we met onze branche in de discussie rond verzorgingsplaatsen langs de snelweg een belangrijke stap gezet. Daardoor mogen nu ook energiestation-ondernemers bieden op kavels voor laden en shopvoorzieningen. Een logische én rechtvaardige stap, want wie weet er nu beter hoe je een locatie langs de weg rendabel, veilig en klantgericht inricht? Daarnaast zitten we aan tafel bij de gemeente Amsterdam, de ministeries en in diverse overleggen en hebben we met ONL een link naar Tweede Kamerleden.

Maar er ligt meer op tafel. Met de verkiezingen in aantocht zetten we ons volop in om onze speerpunten op de politieke agenda te krijgen. Niet met abstracte ambities, maar met heldere statements waarop we graag ingaan in Den Haag:

1. Laden zonder visie is vragen om netcongestie
Wildgroei aan langzame AC-palen belast het elektriciteitsnet, is duur en inefficiënt. Energiestations willen investeren in DC-snelladers, met opslag en opwek. Drive zegt: “Zonder energie geen mobiliteit. Geef energiestations prioriteit bij laadinfra.”

2. Accijnsbeleid moet gedrag sturen, niet de grens over
De prijsverschillen met België en Duitsland zijn zo groot dat steeds meer mensen daar tanken en inkopen doen. Dit leidt tot minder inkomsten voor de Nederlandse overheid, oneerlijke concurrentie en leegloop van voorzieningen in dunbevolkte gebieden. Drive zegt: “Gebruik accijns als stuurinstrument, niet als straf.”

3. Binnenstedelijke energiestations zijn deel van de oplossing, niet het probleem
In milieuzones zijn die stations essentieel voor hulpdiensten, taxi’s, schone mobiliteit en gemak. Drive zegt: “Transformeer samen met ondernemers, plan ze niet weg.”

4. Tabaksverkoop verbieden is symboolpolitiek
Een verkoopverbod versterkt illegale verkoopkanalen en zorgt onder meer voor (massaal) shoppen over de grens. Drive zegt: “Behoud gereguleerde verkoop in betrouwbare handen, vooral buiten de stad.”

De energietransitie kan niet zonder ondernemers. Wij hebben plannen, locaties en lef. Wat we vragen is beleid dat meebeweegt, eerlijk en realistisch is en gericht op vooruitgang. De verkiezingen zijn hét moment om koers te bepalen. Wij zijn er klaar voor. Nu de overheid nog. Nodig ons uit aan tafel, lokaal, regionaal en nationaal. Als we willen dat Nederland blijft bewegen, dan moeten we nú investeren in de energiestations van morgen. Martin van Eijk is energiestation-ondernemer en voorzitter van Drive.