OP DE ‘GREEN’. DAAR SPEELT EEN GROOT DEEL VAN HET ‘LIFE AFTER PETROL’ VAN PETER SALLAERTS (73) ZICH AF. MAAR DE GEPENSIONEERDE AUTO- EN TANKSTATIONONDERNEMER DOET
VEEL MEER DAN ALLEEN GOLFEN. HIJ IS BUDDY VAN WERKZOEKENDEN, BEGELEIDT EN ADVISEERT JONGE ONDERNEMERS EN IS EEN BETROKKEN VADER VAN ZIJN TWEE ZOONS.

In de opsomming in het intro ontbreekt nog één belangrijke bezigheid van Peter Sallaerts. Die is ook golf gerelateerd. Het is de rol van marshal bij golfbaan De Swinkelsche in het Brabantse Someren. “Vroeger heb ik een tijdje wel bij de politie gewild”, zegt hij. [en dan lachend:] “Als pensionado is me dat op een bepaalde manier toch nog gelukt. Een marshal is trouwens ook niet echt de ‘politieagent’ van de golfbaan. Je bent vooral gastheer, maar houdt wel in de gaten of er veilig en volgens de spelregels gegolfd wordt.” “Sinds mijn pensioen ben ik meer op de golfbaan te vinden”, vertelt Sallaerts verder. “Ik beleef er veel plezier aan. Het houdt je fit, je bent lekker buiten en het is gezellig. Omdat buitenzijn in Nederland lang niet altijd even ‘lekker’ is, zit ik ongeveer twee maanden per jaar in Zuid-Spanje. Hoofdzakelijk om te golfen. In je korte broek en in de zon is dat net even leuker. Toen ik mijn bedrijven nog had, zette ik golf ook in als relatiemiddel. Dan nodigde ik klanten uit om een dagje te gaan golfen. Na een gezellige dag op de baan en in het clubhuis bleven zij vaak klant voor het leven.”

Dag en nacht paraat
De klanten waarover Sallaerts spreekt waren relaties van zijn autobedrijven, tankstations en assurantiekantoor. “Mijn vader begon in 1946 een universeel autobedrijf met een stoeppomp aan huis in Valkenswaard, het dorp waar ik nog altijd woon. Zoals dat vroeger ging, werkte heel het gezin mee. Tussen het huiswerk maken door moest ik de pomp bedienen. Van huis uit heb ik geleerd dat de klant altijd op eerste plaats komt. Dat ging best ver bij ons. Als iemand zonder benzine ’s nachts aanbelde, dan sprongen we uit bed en vulden de tank. In 1959 werd mijn vader dealer van DAF-personenauto’s. Nieuwe auto’s haalde hij zelf op bij de fabriek in Eindhoven. Die rekende hij contant af – later met een cheque – en reed ze vervolgens naar Valkenswaard. Zo ging dat in die tijd. Na de overname van DAF werden we Volvo-dealer en dat bleven we tot 1999. Ik zeg ‘we’, want in de jaren ’70 ben ik in het autobedrijf van mijn vader gaan werken. Dat was na het afronden van de MTS Autotechniek in Apeldoorn. Dat mijn oudere broer Carlo en ik het bedrijf in zouden gaan, was een vanzelfsprekendheid. Ik vond het ook niet erg, want de combinatie van ondernemen en auto’s sprak mij aan.”

Groei en verkoop
Het bedrijf van de Sallaerts groeide. Er kwamen tankstations bij, een nieuwe vestiging met het dealerschap van Peugeot en vanuit de verkoop van autoverzekeringen aan klanten ontstond een eigen assurantiekantoor. “Toen mijn vader op een gegeven moment stopte, zetten mijn broer en ik het familiebedrijf voort. Midden jaren ’90 werd mijn broer helaas chronisch ziek. Vanaf dat moment heb ik het bedrijf alleen geleid. In die tijd kwam het dealerschap van Mazda erbij en in 2001 werden we ook Peugeot-dealer in Helmond. Het aantal tankstations dat we in de regio Zuidoost-Brabant exploiteerden groeide in die periode naar tien. In 2007 had ik gesprek met de accountant. Voor een betere spreiding van de kosten adviseerde hij mij er nog een autobedrijf bij te nemen. Daar had ik helemaal geen trek in en nam daarop direct het besluit om de autobedrijven te verkopen. Dat waren er toen nog twee, de dealerschappen van Peugeot in Valkenswaard en Helmond. Met Mazda waren we in 2003 al gestopt en bij een netwerkreorganisatie in 1999, zegde Volvo na veertig jaar het contact met ons op. Wat me wel teleurgesteld heeft, is hoe grote automerken en oliemaatschappijen met hun afnemers omgaan. Als de samenwerking stopt, ook al heb je tientallen jaren zaken gedaan met elkaar, hoor je nooit meer wat. Het is echt uit het oog, uit het hart. Jammer.”

Achter de kassa
Zijn assurantiekantoor deed Sallaerts overigens in 2002 al van de hand. “Daar had ik ook het minst mee. Ik ging me volledig richten op de tankstations en het beheren van het vastgoed van de holding. Inmiddels had het bedrijf nog vier tankstations, waarvan één snelweglocatie langs de A67 bij Geldrop. Van elke dag een volle agenda kreeg ik het na de verkoop van de autobedrijven een stuk rustiger. Dat beviel me slecht en ik ben toen iets gaan doen wat sommige mensen misschien gek vinden; ik ging drie dagen in de week werken bij ons Esso-station (Meelakkers, red.) aan de rijksweg. Gewoon achter de kassa. Om half zes ’s ochtends beginnen en klanten helpen. Ik vond het heerlijk om te doen en commercieel was het ook een succes. Je zit er met je neus bovenop. Ziet alles, hoort alles. Waar is veel vraag naar, waar liggen nog kansen? Aan Sligro had ik ook een fijne sparringpartner. Zij gaven tips en advies en we probeerden samen producten uit. Van alles wat ik gedaan heb in mijn werkende leven was dat uiteindelijk het leukst; achter de kassa in mijn eigen tankstation. In 2017 liep de concessie af en ben ik op 67-jarige leeftijd met pensioen gegaan. We hadden toen nog één ander station en dat is in die periode ook verkocht.”

Buddy en sparringpartner
Na zijn pensionering is Sallaerts de kennis en ervaring die hij als ondernemer en werkgever opdeed in dienst gaan stellen van anderen. “Ik doe mee aan BuddyWerkt van het UWV. Bij dat project begeleid ik als coach oudere werkzoekenden bij het vinden van een baan. Ook help en adviseer ik jonge ondernemers. Dat doe ik op verzoek. Ik heb er tien ‘onder mijn hoede’ nu. Het is erg leuk om te sparren met dat jonge talent.” Op zijn LinkedIn-pagina omschrijft Sallaerts zich als ‘ondernemer, coach, sparringpartner en trotse vader’. Dat laatste komt onder meer naar voren uit de plek waar hij wil afspreken voor dit interview: visrestaurant Pesca in Rotterdam. Zijn zoon Sven is daar mede-eigenaar van. “Ik heb twee zoons, Sven van 35 en Jorg van 33. Ik heb nooit gewild dat ze het bedrijf in gingen. De 80-urige werkweken en de stress en de zorgen wilde ik ze besparen. Gelukkig hadden ze die ambitie ook niet. Sven wilde al vanaf jonge leeftijd naar de Hotelschool in Maastricht. Jorg heeft bedrijfskunde en financieel management gestudeerd en is de financiële wereld ingegaan. Eerst bij ING en nu is hij vice president bij een private equity maatschappij. Beiden wonen in Amsterdam en aan de omgang met hun klanten merk je dat ze de genen van de Sallaerts familie hebben. Ook bij hen staat de klant altijd op één.”

Op de IC
Pesca in Rotterdam is niet het enige restaurant waarvan Sven Sallaerts mede-eigenaar is. “Samen met zijn compagnon Joseph de Jong heeft Sven Younique Concepts opgericht. Zij ontwikkelen bijzondere horecaconcepten voor de Nederlandse en buitenlandse markt. Op dit moment nemen zij deel in 16 horecaconcepten in Nederland. En dit voorjaar openen ze Pesca visrestaurants in Hamburg en Nice. Ik ben erg trots op mijn zoons en heb een hechte band met hen. Ik hoop nog lang deel uit te kunnen maken van hun levens. Het had trouwens niet veel gescheeld of ik was er niet meer geweest. Tijdens de coronapandemie heb ik tien dagen op mijn buik op de IC gelegen en moest ik daarna tien weken revalideren. Toen ik het ziekenhuis uitkwam, moest ik namelijk opnieuw leren lopen. Door die ervaring besef je hoe betrekkelijk alles is. Ik sta sindsdien veel rustiger en meer ontspannen in het leven en geniet veel meer.” ‘Van alles wat ik gedaan heb, was werken achter de kassa op het tankstation het leukst’ MoveON magazine