Roost Olie in Nederweert bestaat nu ongeveer 90 jaar. Het precieze moment wanneer zijn opa met het bedrijf begon, weet directeur Helmus Roost niet. En hoewel hij zeker oog heeft voor de traditie van het familiebedrijf, is hij vooral bezig met de toekomst. Dat komt onder meer tot uiting in een compleet verbouwde shop en bakery en de ingebruikname van vier snelladers.
Daarmee is het voorlopig wel even gedaan met grote investeringen door Roost Olie (het bedrijf gebruikt die naam en Roost Energy overigens door elkaar heen). Dat weerhoudt Helmus er niet van om alvast na te denken over de volgende stap. “We hebben veel ruimte rond het bedrijf”, zegt hij, terwijl hij naar de landerijen rond de bedrijfsgebouwen wijst. Plek genoeg voor een windmolen. Wellicht dat een windturbine onze volgende grote investering wordt.”
Dat lijkt een ambitieuze gedachte, want de gemeente Nederweert is bepaald geen meewerkend voorwerp als het om de plannen van Roost gaat, zo blijkt uit Helmus’ woorden. “Aan het bestemmingsplan, waarbinnen onze locatie valt, wil de gemeente helaas niet tornen. Daardoor zijn al de nodige plannen in de prullenbak geëindigd. Zo ging er bijvoorbeeld een streep door het idee om hier een wasstraat te openen. Ook voor het uitbreiden van de shop en bakery kregen we geen vergunning. Wel voor het verbouwen, maar daarvoor moesten we wel binnen de bestaande afmetingen van het pand blijven.”
Slim schappenplan
De opgeworpen obstakels ontmoedigden de Limburgse ondernemer niet, maar motiveerden hem juist extra en stimuleerden zijn creativiteit. “We werken in de meest dynamische branche die er is. Je snel aanpassen aan veranderingen is daardoor een tweede natuur geworden. De vraag naar onze bakery-producten nam zo toe dat we uit onze voegen groeiden. Door een muur te verplaatsen, de ruimte anders in te richten en een slim schappenplan van Gemaq, de formule waarbij wij zijn aangesloten, hebben we toch voldoende extra ruimte gecreëerd. In plaats van hutjemutje broodjes smeren, hebben de medewerkers van de bakery nu volop de ruimte. We zitten weer ruim in onze jas en kunnen verdere groei van de bakery, want die zie ik voorlopig niet stoppen, voorlopig goed opvangen. Mijn generatie (Helmus is 61 jaar, red.) was gewend thuis te ontbijten en zelf brood mee te nemen voor tussen de middag. Bij de jongere generaties is dat anders. Veel van hen zijn juist gewend om lunch en ontbijt te halen. Wij gaan om 06.00 uur open en dan staan er altijd mensen voor de deur te wachten om broodjes te scoren voor hun ontbijt.”
Compleet vernieuwd
Door de verbouwing waren de shop en de bakery dit voorjaar een maand gesloten. Helmus: “De ruimte is tot en met de gevel compleet vernieuwd en heeft ook een terras gekregen. Met een noodunit hebben we in de bouwperiode zo goed mogelijk geprobeerd de klanten van dienst te zijn. De aanloop was toen natuurlijk wel minder, maar die zat een paar weken na de opening al weer op het niveau van voor de verbouwing. Voor de komende tijd rekenen we erop dat de omzet door de vernieuwingen substantieel en structureel stijgt.”
Agrarisch gebied
Wie Roost Olie niet kent, zou nu de indruk kunnen krijgen dat dit familiebedrijf alleen bestaat uit een energiestation met shop en bakery en een laadplein. Maar dat is niet zo. “Al vanaf het begin was het bedrijf op verschillende vlakken actief. In de tijd van mijn opa was dat de handel in steenkool, turf, hooi, stro en bouwmaterialen. Mijn oma dreef daarbij een café. Dat was allemaal al op deze plek. We zitten hier strategisch langs een kanaal, de Noordervaart. Dat is een zijtak van de Zuid-Willemsvaart. Het werd vroeger intensief gebruikt voor de aan- en afvoer van goederen. Het is hier een agrarisch gebied. Daarom zaten er veel op de landbouw gerichte producten bij. Een deel daarvan verhandelde mijn opa dus. Na de oorlog was de handel in kunstmest bijvoorbeeld een heel belangrijke activiteit voor het bedrijf. Later zijn we ook veevoeders gaan doen, maar daar zijn we zo’n tien jaar geleden mee gestopt. De panden hier op het terrein, die we daarvoor gebruikten, verhuren we nu. Uiteindelijk bleek dat ook nog veel lucratiever te zijn. We waren de laatste gebruiker van het kanaal. Inmiddels is het afgesloten.”
ChargePay
Uit de handel in kolen en huisbrandolie – later kwam er een stoeppomp van Shell bij – groeide een brandstofhandel met klanten in heel Zuidoost-Nederland. “Die bedienen we met drie tankwagens. We leveren brandstoffen van Esso en smeermiddelen van Mobil en Eni. Voor brandstoftanks en tankinstallaties kunnen klanten in Nederland en België eveneens bij ons terecht. Tanks en installaties zijn een belangrijke activiteit voor ons. Dat is voor een groot deel te danken aan de verkoop via internet. Daar waren we 15 jaar geleden vroeg bij. We adverteren ook op Google Ads en staan bovenaan bij de zoekresultaten van die producten. Vroeg waren we er ook bij met het aanvragen van het verzwaren van de stroomaansluiting. Daarmee zijn we de netcongestie gelukkig voor geweest. In het voorjaar is er een nieuw trafohuis neergezet. De vier laadpalen, snelladers met een maximaal vermogen van 275 kW, zijn eind vorig jaar al geplaatst. In mei konden we ze eindelijk in gebruik nemen. Er is een interessante noviteit gekoppeld aan die laadpalen: ChargePay. Dat maakt het mogelijk om te laden met je bankpas of creditcard. Zonder laadpas dus. Daarmee levert het gemak op en is het drempel verlagend. Bovendien kun je via ChargePay de klant naar binnen ‘lokken’ met een voucher voor koffie.”
Opvolging
Uit de investeringen en keuze voor nieuwe energie kun je opmaken dat Helmus volop toekomst in zijn bedrijf ziet. “Ja, die zie ik zeker. En in welke vorm dat zal zijn, is afwachten. Zelf ben ik van plan om nog wel even door te gaan en onze kinderen, zo is mijn overtuiging, zouden hun pensioen ook nog kunnen halen met de handel in energie. We hebben er drie, twee jongens en een meisje. Geen van hen heeft vooralsnog aangegeven in het bedrijf te willen stappen. Onze dochter werkt bij Achmea en onze oudste zoon wil wel iets met energie gaan doen. Onze jongste zoon weet nog niet welke kant hij op wil. De toekomst zal het leren. Zelf heb ik midden jaren tachtig, samen met mijn neef Wilchry, het bedrijf overgenomen van mijn vader en twee ooms. Mijn neef en ik zijn beiden vernoemd naar mijn opa, de grondlegger het bedrijf. Hij heette Willem Roost.”